BEWIJZEN VOOR HET BESTAAN VAN BEZETENHEID
Shaykhoel-Islaam ibnoe Taymiyyah

“Alle lof komt toe aan Allaah. Het bestaan van de djinn is bevestigd in het Boek van Allaah, in de Soennah van Zijn boodschapper – Allaah’s prijzingen en bescherming zij met hem – en op basis van consensus van onder de voorgangers van de(ze) gemeenschap en haar leiders. En zo is ook bevestigd dat de djinn het lichaam binnengaan van de mens, op basis van consensus van onder de leiders van ahloes-Soennah wal-Djamaa’ah. Allaah – de Verhevene – zegt:

{Degenen die van de rente eten zullen niet anders opstaan dan degene die opstaat en door de Satan tot bezetenheid is geslagen} (1).

En in een authentieke overlevering staat vermeld dat de profeet – Allaah’s prijzingen en bescherming zij met hem – heeft gezegd:

((Dat de Satan door de bloedbaan (aderen) van de kinderen van Adam (de mens) stroomt)) (2).

En ‘Abdoellaah, de zoon van imaam Ahmed ibn Hanbal, heeft tegen zijn vader gezegd:

“Voorwaar, sommige mensen zeggen: “Voorwaar, de djinn gaat het lichaam van de bezeten persoon niet binnen.”

Waarop mijn vader (imaam Ahmed ibn Hanbal) antwoordde: “O mijn zoon, zij liegen. Dezej (de djinn) spreekt via zijn tong (van de bezetene).”

(1) Soerah al-Baqarah: 275. “De Edele Koran” van S. Siregar.

(2) “Sahieh ibnoe Maadjah” van shaykh al-Albaanie (1452)

BRON: “Madjmoe’ Fataawaa” van shaykhoel-Islaam ibnoe Taymiyyah (24/276-277).

En Allaah weet het beste.