DE DJINN WORDEN VOOR HUN DADEN BELOOND / BESTRAFT

Ibn abie ad-Daries zei: Ik hoorde Ya’qoeb zeggen dat ibn abie Laylaa zei:

“Er is voor hen, oftewel: voor de djinn, beloning.”

En de bevestiging voor zijn (deze) uitspraak vinden wij in het Boek van Allaah – de Verhevene – :

‘En voor iedereen zullen er rangen zijn, voor datgene wat zij hebben verricht.’ [soerah al-An’aam: 132].

En ibn Sallaah zei in een aantal van zijn commentaren: Het is verhaalt van ibn ‘Abdil-Hoekm, kameraad van Mohammed ibn Ramadaan az-Zayyaat al-Malakie, dat hem is gevraagd over de djinn:

“Is er voor hen (de djinn) beloning in het Hiernamaals voor datgene wat zij hebben verricht (aan daden)?”

Hij zei: “Ja, en de Qoeraan wijst daarop. Allaah – de Verhevene – zegt:

‘En voor iedereen zullen er rangen zijn, voor datgene wat zij hebben verricht.’ [soerah al-An’aam: 132].

En aboe ash-Shaykh zei: Aboe Walied heeft ons vermeld dat Haytham van Harmalah heeft vermeld dat hij zei: Ibn Wahab is gevraagd, terwijl ik het hoorde:

“Is er voor de djinn beloning en bestraffing?”

Aboe Wahab zei: “Allaah – de Verhevene – zegt:

‘En het Woord (d.w.z. de Toorn van Allaah) is terecht over hen uitgesproken, net zoals (het werd uitgesproken over) de gemeenschappen die vóór hen zijn heengegaan onder de djinn en de mensen.’ [soerah al-Foessilat: 25].

Tot Zijn Woorden: ‘voor datgene wat zij hebben verricht.’

Mohammed ibn Roeshd aboe al-Walied al-Qaadie zei in zijn boek “al-Djaami’ah lil-Bayaan wa at-Tahsiel” dat Asbagh zei:

“Ik hoorde ibn al-Qaasim zeggen dat er voor de djinn beloning is en bestraffing. En hij reciteerde de Woorden van Allaah – de Verhevene – :

‘En dat er waarlijk onder ons moslims zijn en (dat anderen) onder ons onrechtplegers zijn. En wie zich onderwerpt (aan Allah), zij zijn degenen die de Leiding hebben nagestreefd.” En wat betreft de onrechtplegers, zij zullen brandstof voor de Hel zijn.’ [soerah al-Djinn: 14-15].

BRON: “Aakaamoel-Mardjaan fie ahkaamil-Djaan” (blz. 55).

En Allaah weet het beste.